zaterdag, juni 30, 2007

Martens haalt het Loch-Ness-monster van de Belgicisten weer boven

In Het Laatste Nieuws van gisteren 30 juni antwoordt Wilfried Martens op de vraag hoe er een staatshervorming mogelijk zou zijn, en met name hoe je de Franstaligen zo ver krijgt om daaraan mee te werken:

«Dat de oplossing wellicht in de toepassing van artikel 35 van de grondwet ligt. Ook Jean-Luc Dehaene denkt in die richting. Ik verklaar mij nader. In België is de staatshervorming sinds 1970 stapsgewijs doorgevoerd, in fasen. Telkens is ze 'onaf' gebleven, met alle incoherentie en instabiliteit van dien. En dat is precies wat de Franstaligen zo wantrouwig maakt: dat ze niet weten waar die staatshervorming ooit ophoudt, wanneer ze ooit 'af' zal zijn. Welnu, misschien zijn ze gerust te stellen door artikel 35 toe te passen: leg uitdrukkelijk vast wat de bevoegdheden van de federale overheid zijn en laat alle overige materies over aan de deelstaten.»

(Jan Segers) "Simpel uitgedrukt: doe het omgekeerde van bij vorige staatshervormingen en bepaal wat Belgisch moet blijven in plaats van wat Vlaams, Waals of Brussels moet worden?"

(Wilfried Martens) «Daar komt het op neer, maar dat veronderstelt wel dat je een hiërarchie van normen invoert: dat federale wetten voorgaan op Vlaamse, Waalse of Brusselse decreten. Nu is dat niet het geval, zodat de federale regering geen scheidsrechter kan spelen in het Zaventem-dossier van de geluidsnormen. In Duitsland zou men zo'n dossier vanuit de deelstaten overhevelen naar de Bundeswet.»

Kijk, hier gaat de Grote Roerganger toch wel volledig de mist in. Niet wanneer hij ervoor pleit om artikel 35 van de Grondwet nu eindelijk eens uit te voeren. Daar is niets tegen. Dat is het artikel dat de residuaire bevoegdheid bij de deelstaten legt en stelt dat de federale overheid enkel nog de bevoegdheden heeft die haar uitdrukkelijk wordne toegekend (attributie-beginsel). Ik zou zelfs zeggen: het wordt tijd dat de wetgever de opdracht die de grondwet van 1994 geeft nu eens eindelijk uitvoert. Overigens is de démarche om art. 35 uit te voeren eigenlijk een confederalistische gedachte: autonomie voor de deelstaten voor alles behalve datgene wat men beslist nog samen te doen (technisch gesproken blijft het nadien wel een federale staat omdat een deelstaat niet meer eenzijdig die bevoegdheid aan zich kan trekken; zoals specialisten zeggen: de Kompetenz-Kompetenz of bevoegdheid om de bevoegdheden te bepalen blijft nog steeds bij de federale staat).

Maar die koppeling van art. 35 aan de normenhiërarchie is nonsens. Dat heb ik op 15 oktober 2004 reeds haarfijn uitgelegd in de Tijd onder de titel: "Waarom een federaal voorrangsrecht het monster van Loch Ness is" (de inleidende alinea was van de redactie van De Tijd). Dat geschiedde naar aanleiding van een bijna identieke uitspraak van Marc Eyskens (tiens ;)..). Mijn titel luidde overigens "Waarom Bundesrecht bricht Landesrecht het monster van Loch Ness is van het belgische staatsrecht".

De federale premier, Guy Verhofstadt, toonde zich in zijn algemene beleidsverklaring ontgoocheld over de 'test' met de asymmetrisch samengestelde regeringen in ons land die evenveel te zeggen hebben. Sommigen pleiten er daarom onomwonden voor, een voorrangsrecht van de federale wet op de deelstaatwet (de regel 'Bundesrecht bricht Landesrecht') in te voeren. Die denkoefening berust op een gebrek aan inzicht in het federalisme en in de Belgische geschiedenis, stelt MATTHIAS STORME. Een dergelijke regel bestaat enkel in welbepaalde vormen van federalisme, die uit hun aard in België niet van toepassing zijn.

De voorbije dagen en weken is men er zich bewust van geworden dat er in Vlaanderen en Brussel verschillende wetgeving inzake geluidsnormen bestaat, en dat de federale regering daarover helemaal niets te zeggen heeft. Dit toont aan dat het fout was om Brussel tot volwaardig gewest te promoveren, maar niet dat het fout zou zijn geweest Vlaanderen exclusieve bevoegdheden te geven.

Het is evenwel typisch een van die situaties waarin allerlei mensen die niet echt gehinderd worden door kennis over het federalisme dingen uitroepen zoals: 'België is geen federale staat omdat er geen normenhiërarchie is' of 'het is een aberratie dat wij de Duitse regel 'Bundesrecht bricht Landesrecht' niet kennen. Laten we die regel even verduidelijken.

Op de eerste plaats is die regel, waar hij geldt, van betrekkelijk recente datum. In Duitsland bestaat hij sinds 1871 (Duitse eenmaking), in Zwitserland sinds 1848 (centralisering na de Sonderbundkrieg). Hij verscheen voor het eerst in de Amerikaanse grondwet van 1787 (Grondwet die, in tegenstelling tot de Articles of Confederation van 1781, een federale overheid grondvestte).

Voor 1787 was de regel in de statenconstructies die meerdere niveaus kenden in wezen net omgekeerd: 'Stadtrecht bricht Landesrecht, Landesrecht bricht Reichsrecht'. Het is pas door de overheveling van bevoegdheden van de decentrale naar de centrale overheden dat de regel kon ontstaan en zin kan hebben.

Anders dan sommigen denken, houdt de regel niet in dat een federale wet altijd voorrang heeft op een deelstatelijke wet. Die voorrang geldt enkel voor wetten waarvoor beide overheden bevoegd zijn. Zij veronderstelt dus wat men noemt 'concurrerende bevoegdheden'. Eerst dan gaat volgens die regel de federale wet voor. En zelfs dan niet altijd: de voorrang van de federale wet wordt in sommige federale stelsels (zoals het Duitse en dat van de EU) beperkt door het subsidiariteitsbeginsel. Dat houdt in dat de federale overheid maar wetten mag maken indien het probleem niet even goed op het niveau van de deelstaten kan worden opgelost. Is dat laatste wel het geval, dan is de federale wet ongeldig en gaat ze niet voor (zie arrest 376/98 van het Europees Hof van Justitie van 5 oktober 2000 inzake de Tabaksreclamerichtlijn).

De reden waarom de regel 'Bundesrecht bricht Landesrecht' in België niet bestaat, is dat er gewoon geen concurrerende bevoegdheden zijn van de federale en de deelstatelijke overheden. Ofwel is de ene overheid bevoegd, ofwel de andere. Is er een conflict tussen beide, dan is een van beide haar bevoegdheid te buiten gegaan.

Federalisme

Is België daarom geen federale staat? Maar hét federalisme bestaat niet. Er zijn vele vormen, al is het ook niet zo dat elke federale staat een geval apart is en er geen typologisering mogelijk is. Er zijn duidelijk twee hoofdvormen van federalisme: ofwel als gevolg van centralisering ofwel als gevolg van decentralisering.

Het federale karakter van de VS, Zwitserland en Duitsland is een gevolg van centralisering, dat van België of Italië het gevolg van decentralisering. Spanje is een hybried geval, omdat de decentralisering (in 1978) ten dele voortbouwt op autonomieën die bestonden voor de centralisering, en waarvan de aparte rechtsregels nooit geheel waren afgeschaft (de fueros).

In centripetale stelsels, zoals in Duitsland, zijn er steeds belangrijke concurrerende bevoegdheden van de federale staat en de deelstaten, en dus ook 'Bundesrecht bricht Landesrecht'. Niet onbelangrijk is wel dat er voor de uitvaardiging van zo'n federale wet meestal ook een meerderheid nodig is van de stemmen of afgevaardigden van de deelstaten (en met name van de deelstaatregeringen, in de Duitse Bundesrat zowel als in de Europese Raad), meestal bepaald in verhouding tot het bevolkingsaantal (zo in Duitsland en ten dele in de EU). Dat systeem overplaatsen naar België zou dus inhouden dat er geen federale wet meer zou kunnen totstandkomen zonder het akkoord van de Vlaamse regering (in een Belgische Bundesrat zou de stemkracht van de Vlaamse regering immers 60 % bedragen, dus een permanente meerderheid zolang de demografische verhouding niet helemaal gekeerd is). Is dat het model dat Eyskens en co bij ons willen invoeren?

In de centrifugale stelsels, zoals in België, zijn er daarentegen geen concurrerende bevoegdheden. De reden daarvoor is eenvoudig: indien men aan een deelstaat bevoegdheden wil geven, die voordien aan de centrale overheid toekwamen, dan gaat het om domeinen waarin er al een omvattende federale regeling is. Geeft men de deelstaten alleen een concurrerende bevoegdheid, dan betekent dit dat ze in feite geen enkele bevoegdheid hebben zolang de federale overheid niet eerst haar wetten op dat gebied afschaft, wat dan weer tot een vacuüm zou leiden. Bij devolutie of defederalisering kan men aan de deelstaten dus alleen maar bevoegdheden geven door hen exclusieve en niet enkel concurrerende bevoegdheden te geven. De enige mogelijke tempering daarvan bestaat erin om voor de federale overheid een kaderbevoegdheid te behouden, de bevoegdheid om de marges vast te stellen waarin de deelstaten uiteenlopende regels kunnen uitvaardigen.

In België bestaan er zo enkele federale kaderbevoegdheden (bijvoorbeeld het ambtenarenstatuut of marges vastgelegd in de bevoegdheidswet zoals inzake kortingen op de personenbelasting). Hetzelfde zien we in Italië (waar de zogenaamde concurrerende bevoegdheid van de federale overheid op sommige gebieden, bepaald in art. 117, 3 Grondwet, enkel zo'n kaderbevoegdheid is). In Spanje zijn er wel concurrerende bevoegdheden, maar is de regel omgekeerd: het recht van de deelstaten heeft er voorrang op het federale recht. Dat is zeer opmerkelijk.

Het toont aan dat een pleidooi voor 'Bundesrecht bricht Landesrecht' in België onzin is. De reden waarom de deelstaten op bepaalde domeinen exclusieve bevoegdheden hebben, is juist omdat men heeft ervaren dat men op die domeinen geen federaal beleid meer wou of kon voeren of althans niet meer verplicht wou zijn om alles uniform te regelen.

Het ontbreken van elke federale bevoegdheid verhindert niet dat de deelstaten waar ze het toch eens worden eenvormige regels kunnen aannemen, en die desnoods kunnen vastleggen in verdragen (in de Belgische context samenwerkingsakkoorden genoemd). Dat is ook wat men tussen goede buren doet.

Het toont ook aan dat de afwezigheid van 'Bundesrecht bricht Landesrecht' niet in strijd is met het federalisme in zijn centrifugale vorm, die de enig mogelijke vorm is in een staat die men van een centrale naar een federale ombouwt (of België dat centrifugaal federalisme zal overleven, is een andere vraag; de meeste waarnemers gaan ervan uit dat de fundamentele tweeledigheid van België dit onmogelijk zal maken).

En er is meer. In België is de greep van de federale overheid op de deelstaatbevoegdheden groter dan in de 'normale' federale staten. Elke deelstaatbevoegdheid kan weer worden afgenomen door een tweederde meerderheid op federaal vlak, zonder inspraak van de deelstaten als dusdanig. In die zin is er een hiërarchie tussen deelstatelijke wetten en sommige louter federale wetten - de grondwet en de bijzondere wetten, die ik 'louter federaal' noem precies omdat ze zonder inspraak van de deelstaten kunnen worden gewijzigd. In klassieke federale staten is dit ondenkbaar.

Wie echter voor de invoering van een klassiek federalisme op zijn Duits pleit, moet wel consequent zijn: de toepassing van het Duitse federale model zou zoals gezegd aan de Vlaamse regering een vetorecht geven op elke federale wet. In die zin had Lode Claes gelijk: het Belgische federalisme - juister nog de structuur van de federale overheid - dient om de Vlaamse meerderheid te minoriseren. Dat is de enige reden waarom de federale instellingen in ons land zo ingewikkeld moeten zijn.

De auteur is hoogleraar rechtsvergelijking, privaatrecht en Europees recht aan de KULeuven en de UA"


Aan deze bijdrage kan ik één nuance toevoegen die dit verduidelijkt. Er is namelijk één enkel geval in België waar er wel een concurrerende bevoegdheid bestaat en een voorrang voor het federale recht. Art. 170 lid 2 van de Grondwet bepaalt dat gemeenschappen en gewesten zelf belastingen kunnen invoeren, uitgezonderd de beperkingen die een federale wet bepaalt. Welnu, dit heeft ertoe geleid dat de deelstaten nauwelijks fiscale autonomie kennen, behalve dan diegene die uitdrukkelijk door andere bepalingen van de grondwet of bijzondere wetten is toegekend. Quod erat demonstrandum: de stelling van Martens betekent een totaal ondergraven van de bevoegdheden van de deelstaten.

Hiermee kan ik ook vandaag eindigen, want er is nog niemand die tegen het bovenstaande een zinnig argument heeft ingebracht. Voor wie meer over het federale systeem in de genoemde landen wil weten, kan ik verwijzen naar mijn syllabus (in pdf): deeltje 3. Duitsland, deeltje 5 Italië en Spanje, deeltje 6. Zwitserland.

vrijdag, juni 22, 2007

De ontwrichting van Vaes

Mijn essay in de Standaard van 20 juni (en eerder op deze blog), "Pleidooi voor een staatshervorming met twee snelheden" of nog "En waarom geen asymmetrische staatshervorming" moet wel erg raak geweest zijn, getuige de scheldpartij die erop gevolgd is in Le Soir van 21 juni ("Un référendum, et hop !, la Flandre devient basque..."). Het stuk bestaat uit:
- schelden ad hominem (dat leidt altijd goed af van de argumentatie waarop men niet antwoordt);
- de tirade dat dit van Wallonië een Bantoestan en Vlaamse kolonie maakt (hoezo, in mijn voorstel krijgt Wallonië dezelfde bevoegdheden, maar ze willen ze blijkbaar niet ?):
- en één ernstig lijkend maar wel erg misplaatst argument: "Pour se marier comme pour divorcer, il faut être deux".

Waarom misplaatst ?

Ten eerste omdat er maar van een geldig huwelijk kan worden gesproken als beide partijen dit vrijwillig zijn aangegaan, wat niet het geval is.

Ten tweede omdat een echtscheiding in ons recht sedert de nieuwe echtscheidingswet van 27 april 2007 meer dan ooit eenzijdig kan worden verkregen. En die versoepeling kon alvast op instemming van Le Soir rekenen. Benedicte Vaes zelf noemde de nieuwe echtscheidingswet een van de pluspunten van de paarse regering (over Verhofstadt "sous son empire, la Belgique sort de la glaciation de l'ère CVP, et se projette à l'avant-garde en Europe dans les domaines éthiques, comme l'euthanasie, le divorce, le mariage homo..."). Vroeger kon de echtscheiding eenzijdig verkregen worden tegen de echtgenoot die ernstige fouten heeft gemaakt of beledigingen heeft geuit. Nu is zelfs dat niet meer vereist en kan elke echtgenoot de echtscheiding verkrijgen wanneer het huwelijk ontwricht is. Vanuit paars perspectief is Vaes duidelijk een reactionaire visie over het huwelijk toegedaan. Of gelooft Benedicte Vaes werkelijk dat het Vlaams-Waalse huwelijk nog niet ontwricht is ? Meer nog, zouden er al niet voldoende beledigingen zijn geuit om die echtscheiding zelfs op grond van de oude wet te verkrijgen ?

Nog leuker is dat Bénédicte Vaes het duidelijk over een verhouding met 2 heeft, één regel nadat ze mij verwijt dat ik het enkel over die twee Gemeenschappen heb en doe of het Brussels Gewest niet bestaat (wie mijn tekst leest, zal merken dat Vaes hier zeer selectief gelezen heeft, want de tekst gaat van het tegendeel uit).

En mag ik misschien opmerken dat de stelling dat voor een staatshervorming alle gewesten en/of gemeenschappen akkoord moeten gaan een bij uitstek niet-federale logica is, maar (horresco referens ?) een confederale logica (of juister nog een contrafederale logica).

Maar mag ik Le Soir misschien vragen eens te proberen te antwoorden op de analyse zelf in plaats van te schelden ? Is het misschien empirisch onjuist dat in landen die van een unitaire naar een federale staat worden gevormd, de devolutie bijna altijd asymmetrisch verloopt ?

Maar wellicht kadert de scheldpartij van la Vaes in de nieuwe politiek van Le Soir sedert de RTBF uitzending van 13 december 2006 om geen karikatuur meer op te hangen van wat er in Vlaanderen gebeurt en gezegd wordt ? Ter herinnering, op 18 december schreef de hoofdredactrice van le Soir in een boze brief aan de Standaard: "Maar om daaruit meteen te besluiten dat de Franstaligen niets over jullie weten en systematisch een karikatuur van jullie maken, dat gaat te ver. Het klopt niet en het is oneerlijk tegenover ons. Wij praten niet louter in clichés over jullie. Wat we wel doen, is gedegen onderzoek voeren en analyses en reportages maken over wat er reilt en zeilt in Vlaanderen." 't Is maar wat je daaronder verstaat natuurlijk.

woensdag, juni 20, 2007

En waarom geen asymmetrische staatshervorming ?

(deze tekst verscheen verkort in de Standaard 20 juni 2007)

Als we mogen afgaan op de beloften van de politieke partijen voor de verkiezingen en hun eerste verklaringen nadien, lijkt er een volledige patstelling te zijn met betrekking tot de staatshervorming. In Vlaanderen is er een duidelijke meerderheid die grote bevoegdheidsoverdrachten naar Vlaanderen wil (inbegrepen fiscale bevoegdheden). De Franstalige partijen zijn geen "vragende partij" voor bevoegdheidsoverdrachten. De partijvoorzitter van de Franstalige liberalen (MR) stelde het nog duidelijker: nu we eindelijk de kans hebben om inzake de huidige federale bevoegdheden een beleid te voeren zonder de socialisten, gaan we die bevoegdheden toch niet overhevelen naar het Waals Gewest of de Franse Gemeenschap zeker, waar diezelfde socialisten de plak zwaaien. Deze opvattingen lijken onverzoenbaar, wat de niet-zo-Vlaamsgezinden in Vlaanderen tot in den treuren doet herhalen dat niets kan, omdat men nu eenmaal met twee moet zijn om te defederaliseren. Maar is dat wel zo ? Zijn die stellingen wel zo onverzoenbaar ? Als we de basisstellingen van beide kanten als uitgangspunt nemen en er even van uitgaan dat die ook de kern zijn van hun werkelijke opvattingen, dan bestaat er toch een eenvoudige oplossing ? Een staatshervorming kan namelijk perfect asymmetrisch verlopen.

Als de Vlamingen meer bevoegdheden willen en de Franstaligen die niet vragen, dan kan men beiden hun zin geven door een asymmetrische staatshervorming: de Vlamingen krijgen de gevraagde bevoegdheden ten aanzien van het Vlaamse territorium en de Nederlandstalige instellingen in Brussel, en ten aanzien van Wallonië en de Franstalige instellingen in Brussel blijven diezelfde bevoegdheden gewoon federaal zolang de Franstalige politieke meerderheid geen vragende partij is (dus alvast tot 2009).

Is dit een onrealistische of onzinnige idee ? De rechtsvergelijking toont ons het tegendeel. Een asymmetrische devolutie is namelijk zelfs de regel en niet de uitzondering. Een zuiver symmetrisch federalisme vindt men omzeggens alleen in federaties die samengesteld zijn uit voorheen onafhankelijke landen, zoals Duitsland, Zwitserland of de verenigde Staten. Federale systemen die het gevolg zijn van een devolutie of bevoegdheidsoverdracht van de vroegere unitaire staat naar deelgebieden, zijn bijna allemaal asymmetrisch: zie naar Spanje, naar Italië, naar het Verenigd Koninkrijk, naar Rusland. Om het even binnen de Europese Unie te houden bekijken we de eerste drie. In elk van die landen zijn er bevoegdheidsdomeinen die voor sommige deelgebieden zijn overgedragen en voor de andere bij de federale overheid zijn gebleven. In het V.K. heeft Wales beperkte bevoegdheden (Government of Wales Act 1998), Schotland zeer ruime (Scotland Act 1998), Noord-Ierland ook (Northern Ireland Act 1998, weliswaar pas in 2007 in werking), en Engeland helemaal geen: alle bevoegdheden waarover het Schots Parlement zelfstandig bevoegd is, worden voor Engeland uitgeoefend door het federale Parlement. In Spanje en Italië is het vraag-federalisme nog explicieter als uitgangspunt. In Italië bepaalt de Grondwet (art. 116 v.) dat de gewesten zelf een Statuut kunnen voorstellen waarin ze de basisregels voor hun instellingen vastleggen (constitutieve autonomie) en de bevoegdheden die ze wensen uit te oefenen. Slechts limitatief in de Grondwet opgesomde exclusieve bevoegdheden van de federale overheid zijn daarbij uitgesloten. In Spanje bepaalt Art. 143 van de federale grondwet van 1978 dat de verschillende Gemeenschappen kunnen verzoeken om binnen de grenzen van de mogelijkheden van de Grondwet een autonomie te verkrijgen ("zich als Autonome Gemeenschap te constitueren"), die wordt vastgelegd in een afzonderlijk Statuut voor elke Gemeenschap. Op deze wijze heeft Catalonië een autonomiestatuut opgesteld dat bekrachtigd werd in 1979 en Baskenland in 1980 (Statuut van Guernika). Net zoals Vlaanderen vond Catalonië na verloop van tijd dat haar bevoegdheden niet meer volstonden en keurde het Catalaans parlement een nieuw Statuut goed in 2006, dat na een referendum in Catalonië aanvaard werd door de federale overheid en in werking is getreden. Catalonië en Baskenland hebben aldus belangrijke bevoegdheden die door de andere Gemeenschappen niet zijn gevraagd en voor die andere Gemeenschappen dus federaal zijn gebleven (bv. een zeer ruime fiscale bevoegdheid).

Als we deze methode zouden toepassen in België, dan betekent dit eigenlijk dat het Vlaams Parlement een gewenst Statuut moet vaststellen. Dat geschiedde eigenlijk in grote mate door middel van de (5) resoluties van 1999. Dat andere deelgebieden dezelfde autonomie niet willen kan geen bezwaar zijn. Eigenlijk zou men nu in Vlaanderen een referendum moeten organiseren over die verschillende resoluties van 1999. Als dit een meerderheid haalt, zou het onaanvaardbaar zijn dat de federale overheid zich daar niet bij neerlegt. Andere deelgebieden hebben immers dezelfde keuzemogelijkheid.

Nu klopt het dat in bv. de Spaanse en Italiaanse grondwet er een limitatieve opsomming is van bevoegdheden die niet zonder grondwetswijziging kunnen worden overgeheveld. In België had zo'n lijst al lang moeten bestaan: art. 35 van de Grondwet bepaalt immers dat de federale overheid slechts bevoegd is voor de aangelegenheden die de Grondwet haar uitdrukkelijk toekent en dat de Gemeenschappen of de Gewesten bevoegd zijn voor de overige aangelegenheden (onder de voorwaarden en op de wijze bepaald door een bijzondere wet). Deze grondwetsbepaling is door de federale wetgever nog steeds niet uitgevoerd. Ik denk dat men die kans intussen gehad heeft en dat is aangetoond dat de federale overheid niet in staat is die bepaling uit te voeren. In zo'n omstandigheden moet men ervan uitgaan dat het dan aan de deelgebieden toekomt om de bevoegdheden die zij wensen aan zich te trekken.

Het klopt ook dat de genoemde autonomiestatuten in zekere mate onderhandeld werden en aanvaard door de federale overheid. Maar let wel: de federale overheid, niet de andere deelstaten. Vanzelfsprekend hadden de andere Gemeenschappen in Spanje geen vetorecht tegen het autonomiestatuut van Catalonië of Baskenland. Waarom zouden wij dan een veto van het Waals Gewest of de Franse Gemeenschap tegen een verruimd Vlaams autonomiestatuut moeten aanvaarden ?

Een belangrijk aspect aan de staatshervorming is natuurlijk de financieringsregeling. Ook daar tonen Baskenland en Catalonië de weg: zij hebben in hun Statuut bepaald dat zij een zeer ruime fiscale autonomie hebben. De directe belastingen worden in beginsel geheel geïnd door de deelstaat. Vervolgens wordt aan de federale overheid een bedrag afgedragen dat overeenstemt met de opdrachten die de federale overheid nog vervult ten aanzien van die deelstaat. Waarom zou ook dit niet kunnen worden overgenomen in Vlaanderen ?

Uiteindelijk zijn er voor al deze technieken in België toch ook aanzetten. Zo is de bevoegdheidsverdeling asymmetrisch: tussen Vlaanderen, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waals gewest en het Brussels Gewest zijn er géén twee met dezelfde bevoegdheden. Ook zijn er voorbeelden van belastingen die voor het ene gewest door de gewestelijke overheid zijn geïnd en voor het andere door de federale overheid.

Kortom: als de meerderheid in de Franse Gemeenschap en Wallonië geen vragende partij is voor meer bevoegdheden, hoeven we hen die niet op te dringen. Maar omgekeerd zou het niet legitiem zijn wanneer zij blijven weigeren dat Vlaanderen die bevoegdheden op grond van een politieke meerderheid alhier wel aan zich trekt.


De auteur is hoogleraar europees recht en rechtsvergelijking

maandag, juni 11, 2007

Groot Constantia



Voor de verkiezingsavond heb ik een geschikte wijn uit mijn onderaardse bibliotheek gehaald: Groot Constantia, een Pinotage uit 2003. Hij prijkt hier tussen het wegdeemsterende paarsgroen. De Pinotage is zoals de lezer weet een eigensoortige kruising, de enige cépage die ontstaan is in een Nederlandstalige omgeving. We hebben hem geserveerd ten bate van de partijen die voor Vlaamse autonomie gaan en daarmee ook gewonnen hebben. In de hoop dat ze in grote mate de deugd der constantie, de volharding zullen bezitten.

dinsdag, juni 05, 2007

VRT-negationisme over de zesdaagse oorlog

1 september 2009: de VRT bericht "zeventig jaar geleden begon de Tweede Wereldoorlog die leidde tot de bezetting door Polen van de Oostduitse gebieden. De zegevierende communistische troepen trokken de Duitse gebieden binnen en houden ze sindsdien bezet. Wel werd er een vredesverdrag gesloten met de Sovjetunie waarbij eerder veroverde gebieden in het Oosten aan de Russen werdne teruggegeven. De Duitse inwoners werden verjaagd en leven sindsdien in vluchtelingenkampen".

Of augustus 2014. De VRT bericht : "Het is 100 jaar geleden dat de Eerste wereldoorlog begon waarin Frankrijk de bezette gebieden van Elzas en Lotahringen heeft veroverd. Wel werd er later een vredesverdrag gesloten met Duitsland, waarbij het Saargebied werd teruggegeven. maar de andere gebieden houdt Frankrijk tot op vandaag bezet. De Duitse inwoners die verjaagd werden zijn nog steeds niet naar huis kunnen terugkeren".

Wat zou U vinden van dit soort "samenvattingen" van de essentie van de eerste en de tweede wereldoorlog ?

Wel, dat is exact het soort samenvatting dat de VRT vandaag maakte over de zesdaagse oorlog van 40 jaar geleden. De VRT is slaagt er met name in om over die oorlog te verslaan zonder maar in het minst te vermelden dat die oorlog er is gekomen doordat de Arabische landen gezamenlijk Israël zijn binnen gevallen. Dat die oorlog enigszins anders is uitgedraaid dan zij verwacht hadden, is duidelijk. Net zoals de eerste en de tweede wereldoorlog enigszins anders zijn uitgedraaid dan de Duitse invaller verwacht had.

Bovendien worden we ongeveer elke week om de oren geslagen met het woord vluchtelingenkamp voor Palestijnse nederzettingen. Toen na de tweede wereldoorlog 12 miljoen Duitsers etnisch gezuiverd werden uit Midden- en Oost-Europa werden er ook massaal vluchtelingenkampen gebouwd. Maar misschien nog iets pregnanter: de verdrijving van vele Palestijnen uit Israël vanaf 1949 ging gepaard met een bijna volledige verdrijving van de Joden uit alle Arabische landen (behalve Marokko). Die Joden zijn allemaal opgevangen in snel gebouwde nederzettingen in Israël. Bovenop de nederzettingen van de overlevenden van de Shoah. Misschien kan de VRT ook eens spreken van joodse vluchtelingenkampen in plaats Israëlische nederzettingen ?
 
Locations of visitors to this page